Slides, oefeningen, addenda, verdiepend cursusmateriaal, artikels.... worden op Blackboard geplaatst.
Bovendien dient al het studiemateriaal, handboeken en bovenvermeld materiaal, noodzakelijkerwijze aangevuld met notities uit de les.

De begincompetenties zijn de eindcompetenties van "Praktijkgericht onderzoek 1" en "Praktijkgericht onderzoek 2".  

De student kan kwalitatief onderzoek uitvoeren via interviews en focusgroepen. Dit betekent:

1. De student kan op verdiepend niveau probleemsituaties in de beroepspraktijk zelfstandig definiëren en analyseren 
1.1 vanuit (persoonlijke) ervaring notie hebben van problemen in de praktijk
1.2 probleemsituatie kiezen
1.3 probleemsituatie verkennen
1.4 probleemsituatie beschrijven
1.5 probleemsituatie verbinden aan theorie
1.6 de reikwijdte van een onderzoek bepalen
1.7 (h)erkennen van leemtes in de eigen kennis en dit koppelen aan onderzoeksvragen
1.8 eigen onderzoeksdoelen en -vragen (probleemstelling) formuleren, vastleggen en legitimeren
1.9 hypotheses formuleren (bij causaal onderzoek)

2. De student kan op verdiepend niveau de geselecteerde kwalitatieve methodes en hulpmiddelen innovatief aanwenden
2.1 beoordelen welke onderzoeksstrategieën en welke methoden voor welk doel en in welke context geschikt zijn
2.2 een onderzoeksplan en tijdsplan opstellen
2.3 voor het onderzoek representatieve/ relevante respondenten kiezen

3. De student kan op verdiepend niveau relevante gegevens verzamelen, integreren, verwerken
3.1 nieuwe, kwalitatieve data verzamelen
3.2 kwalitatieve data verwerken 

4. De student kan op verdiepend niveau op basis van gegevensverzameling en –analyse een zinvolle oplossing uitwerken voor de gestelde probleemsituatie
4.1 De student kan conclusies trekken t.a.v. zijn onderzoeksvragen
4.2 De student kan een oplossing aangeven voor de gestelde probleemsituatie

5. De student kan op verdiepend niveau over zijn onderzoek rapporteren aan specialisten en leken en daarbij transparant zijn over de gebruikte onderzoeksmethoden
5.1 De student kan de doelgroep voor rapportage bepalen
5.2 De student kan helder en gestructureerd rapporteren, aangepast aan doel en doelgroep
5.3 De student kan effectief en respectvol overleggen met ‘critical friends’ en andere betrokkenen

6. De student kan op verdiepend niveau kritisch reflecteren over bronnen, het doorlopen proces, het uiteindelijk product en het eigen functioneren (IIC)
6.1 De student kan de noodzaak en meerwaarde van praktijkgericht onderzoek inzien
6.2 De student kan aan de hand van kwaliteitscriteria reflecteren op het onderzoeksproces en -product
6.3 De student kan de nodige discipline opbrengen om zich aan de tijdsplanning vast te houden
6.4 De student kan aangeven in welke mate de onderzoeksresultaten generaliseerbaar zijn
6.5 De student is er zich van bewust dat onderzoek gepaard gaat met (eigen) ethische principes

(IIC : internationaal en intercultureel competentiekader)

De studenten voeren kleinschalig kwalitatief onderzoek uit over een problematiek die leeft in het werkveld en/of aansluit bij onderzoek van de expertisecel PXL Social Work-Research. 

De student kan voor vakspecifieke studiebegeleiding terecht bij de lector (op afspraak of op de momenten die via Blackboard worden meegedeeld).

Bij opdrachten en examens gelden de taalrichtlijnen en taalvormen zoals meegedeeld in de Blackboardcursus van dit opleidingsonderdeel.

Indien niet voldaan is aan de taalrichtlijnen en taalnormen, resulteert dit in minpunten, zoals weergegeven in het desbetreffende document in de Blackboardcursus van dit opleidingsonderdeel.

geslaagd of gedelibereerd voor 92SWA1020 Praktijkgericht onderzoek 2.