Hogeschool PXL
Elfde-Liniestraat 24 - 3500 Hasselt
www.pxl.be
info@pxl.be
91SWA1090 De burger en het recht11789/1390/1920/1/84
Studiegids

91SWA1090 De burger en het recht

11789/1390/1920/1/84
Academiejaar 2019-20
Komt voor in:
  • Professionele bachelor in het sociaal werk, trajectschijf 1
    Opleidingseenheid:
    • Client/medewerkergericht werken
Dit is een enkelvoudig opleidingsonderdeel.
Studieomvang: 3 studiepunten
Dit opleidingsonderdeel wordt gequoteerd op 20 (tot op een geheel getal).
Tweede examenkans: wel mogelijk.
Delibereerbaarheid: Dit opleidingsonderdeel komt in aanmerking voor deliberatie onder de voorwaarden van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven.
Dit opleidingsonderdeel
  • mag enkel vervangen worden door een IDENTIEK opleidingsonderdeel aan een andere (buitenlandse) instelling.
  • maakt geen gebruik van een jury.
Aard: Theoretisch
Men kan dit opleidingsonderdeel enkel mits aparte toelating volgen binnen een creditcontract.
Docenten: Swartele Catharina
Onderwijstalen: Nederlands
Kalender: Semester 2

Studiemateriaal niet in de bookshop te koop: Verplicht

Studiemateriaal aangeboden via het digitale leerplatform Blackboard:

  • Cursus: Swartelé, K., "De burger en het recht" , 2019-2020, Hogeschool PXL
  • PowerPointpresentaties
  • oefeningen
  • addenda
  • verdiepend cursusmateriaal
  • artikels

Deze studiematerialen dienen noodzakelijkerwijze aangevuld te worden met notities uit de les.

Bookshop studiematerialen ( de vermelde prijzen zijn indicatief, prijzen cursusteksten beschikbaar op Blackboard)

Handboek
VRG Codex 2024-2025Verplicht€ 39,00
  • Auteur: Baeteman e.a.
  • Uitgever: Kluwer
  • Editie: 2024-2025 studenteneditie
  • ISBN-nr: 978-94-030-3348-8
  • Medium: Papier
  • Te koop via de verkoopdienst

Contacturen

Kennisoverdracht28,00 uren
Zelfstudie56,00 uren

Begincompetenties

1. Eindtermen van het secundair onderwijs
2. Algemene begintermen
•Actieve kennis van het Nederlands
•Passieve kennis van het Engels
•Van een cursustekst een schema kunnen maken
•Aan onbekenden een vraag durven stellen
•Leergierig zijn - bereid zijn dingen zelf op te zoeken
•Kritische ingesteldheid - niet zonder meer accepteren wat ergens geschreven staat of gezegd wordt
•Interesse voor het maatschappelijk gebeuren - regelmatig kranten en kwaliteitstijdschriften lezen - regelmatig naar het nieuws luisteren/kijken, de actualiteit volgen.


Eindcompetenties

Groep 1: De basishouding van de sociaal werker ALG,BG,BS
OmschrijvingCategorie
De sociaal werker stuurt zijn handelen in een superdiverse samenleving steeds en onvoorwaardelijk vanuit de universele mensenrechten, waarbij hij sociale rechtvaardigheid nastreeft. ALG,BG,BS
De sociaal werker handelt bewust vanuit ethische en deontologische keuzes. ALG,BG,BS
Groep 2: Het sociaal-methodisch proces ALG,BG,BS
OmschrijvingCategorie
De sociaal werker vertaalt samen met de belanghebbende diens (hulp- en/of zorg)vragen in doelstellingen en een begeleidingsproces. Hiervoor beroept de sociaal werker zich enerzijds op de informatie uit het voorafgaandelijk begeleidingsproces en anderzijds op zijn deskundigheid waaronder kennis, methodische vaardigheden en relevante onderzoeksresultaten. ALG,BG,BS
De sociaal werker begeleidt en ondersteunt tijdens het begeleidingsproces de belang-hebbende. Hij heeft hierbij oog voor het netwerk, verwijst door indien nodig en hanteert de relevante juridische kaders. ALG,BG,BS
Groep 3: Het maatschappelijk en internationaal netwerk ALG,BG,BS
OmschrijvingCategorie
De sociaal werker heeft de reflex om de maatschappelijke en internationale ontwikkelingen en uitdagingen kritisch te benaderen en te duiden aan de hand van relevante kennis, bronnen en onderzoeksresultaten. Hij neemt een signaalfunctie op en zet stappen om verandering op gang te brengen. ALG,BG,BS
Groep 4: Het professioneel werken en ontwikkelen ALG,BG,BS
OmschrijvingCategorie
De sociaal werker wendt zijn lifelong learning skills aan om zijn deskundigheid te versterken in en vanuit een (inter)nationale beroepscontext. ALG,BG,BS

Doelstellingen

De student kan

1. het begrip rechtsubject beschrijven.

2. de verschillende persoonlijkheidsrechten omschrijven, de kenmerken ervan kunnen benoemen en illustreren aan de hand van voorbeelden en het belang ervan kunnen beschrijven en illustreren aan de hand van voorbeelden. 

3. de verschillende soorten subjectieve rechten omschrijven, de kenmerken ervan kunnen benoemen en illustreren aan de hand van voorbeelden en het belang van het onderscheid ervan kunnen beschrijven en illustreren aan de hand van voorbeelden.

4.de voornaamste begrippen en rechtsfiguren uit het personen-en familierecht benoemen, uitleggen en situeren in een groter geheel.

5. de begrippen bloedverwanten en aanverwanten kunnen omschrijven en het belang van het onderscheid er tussen kunnen beschrijven en illustreren aan de hand van voorbeelden.

6. de voornaamste begrippen en rechtsfiguren uit het afstammingsrecht benomen, uitleggen en situeren in een groter geheeld.

7. de verschillende samenlevingsvormen benoemen, omschrijven, het belang van het onderscheid er tussen duiden, en illustreren aan de hand van voorbeelden.

8. de verschillende familiale onderhoudsverplichtingen benoemen, beschrijven, illustreren aan de hand van voorbeelden.

9. de relevante wetgeving inzake personen-en familierecht in het wetboek terug vinden, interpreteren en eventueel toepassen in een eenvoudige casus.

10. het begrip rechtshandeling beschrijven.

11. de geldigheidsvereisten van de rechtshandeling benoemen, beschrijven, het onderscheid er tussen illustreren aan de hand van voorbeelden. 

12. de begrippen absolute en relatieve nietigheid beschrijven alsook de kenmerken ervan, het onderscheid ertussen illustreren aan de hand van voorbeelden. 

13. de gevolgen van de nietigheid beschrijven, illustreren aan de hand van voorbeelden. 

14. de diverse bewijsmiddelen beschrijven, het belang en de toepasselijkheid ervan omschrijven en illustreren aan de hand van voorbeelden. 

15. het belang aanduiden van het bijhouden en uitspelen van bewijsstukken aan de hand van concrete voorbeelden. 

16. het belang van het geschrift illustreren aan de hand van regels en concrete voorbeelden. 
 
17. de verschillende soorten aansprakelijkheden beschrijven, het belang van het onderscheid ervan illustreren aan de hand van de gevolgen ervan en concrete voorbeelden. 

18. het begrip buitencontractuele aansprakelijkheid beschrijven; de verschillende vormen van buitencontractuele aansprakelijkheid beschrijven, de gevolgen ervan beschrijven en toepassen in casussen. 

19. het begrip buitencontractuele aansprakelijkheid beschrijven; de verschillende vormen van buitencontractuele aansprakelijkheid beschrijven, de gevolgen ervan beschrijven en toepassen in casussen.

20. de verschillende vormen van buitencontractuele aansprakelijkheid beschrijven, de gevolgen ervan beschrijven en toepassen in casussen.

21. het onderscheid onderkennen tussen verbintenissen uit overeenkomst en verbintenissen buiten overeenkomst.

22. de geldigheid van contracten analyseren en beoordelen.

23. de basisbeginselen van het contractenrecht beschrijven, de gevolgen ervan beschrijven en toepassen in casussen.

24. de verschillende soorten van contracten kunnen benoemen, beschrijven, vergelijken met elkaar, het belang van het onderscheid ervan kunnen duiden.

25. de uitvoering van overeenkomsten en de gevolgen van een eventuele wanprestatie beoordelen.

26. de relevante artikels uit het Burgerlijk Wetboek m.b.t. het verbintenissenrecht vinden en toepassen.

27. de wetgeving in verband met schuldhulpverlening en (sociale) huurrecht toelichten en toepassen in casussen.

28. begrippen gerelateerd aan verzekeringen verklaren en in context plaatsen.

Leerinhouden

I. De persoon
a. Het begrip persoon - rechtsubject
i. Natuurlijke persoon
ii. De rechtspersoon
iii. Rechtsbekwaamheid
iv. Handelingsbekwaamheid
b. De bescherming van de persoon
i. Algmeen personenbeschermingsrecht – persoonlijkheidsrechten
ii. Bijzonder personenbeschermingsrecht
1. De minderjarigheid
2. Bijzondere beschermingstatuten (voorlopige bewindvoering)
II. Familie
a. Begrippen
i. Bloedverwanten
ii. Aanverwanten
b. Afstamming
i. Afstamming langs moederszijde
ii. Afstamming langs vaderszijde
iii. De naam
c. Samenlevingsvormen
i. Het huwelijk
ii. Wettelijk samenwonen
iii. Feitelijk samenwonen
d. Onderhoudsverplichtingen
i. Tussen ouders en kinderen
ii. Tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden
iii. Tussen ex-echtgenoten
iv. Andere
III. Rechtshandeling
a. Begrip
b. Geldigheidsvereisten
i. Toestemming
ii. Handelingsbekwaamheid
iii. Geoorloofd voorwerp
iv. Geoorloofde oorzaak
IV. Verbintenissen
a. Begrip
b. Overeenkomsten
i. Algemene beginselen van het contractenrecht
ii. Enkele overeenkomsten
1. De Koopovereenkomst
2. De Leenovereenkomst
3. De huurovereenkomst
4. De sociale koop- , lening- en huurovereenkomst
c. De onrechtmatige daad
V. Schulden
a. De invordering van schulden
b. De schuldbemiddeling
VI. Verzekeringen


Begeleiding

De student kan voor vakspecifieke studiebegeleiding terecht bij de lector (op afspraak of op de momenten die via Blackboard worden meegedeeld).

Evaluatie

Evaluatie(s) voor de eerste examenkans
MomentVorm%Opmerking
junischriftelijk geslotenboekexamen100,00
Evaluatie(s) voor de tweede examenkans
MomentVorm%Opmerking
aug/septschriftelijk geslotenboekexamen100,00

Evaluatie: voorwaarden

Bij opdrachten en examens gelden de taalrichtlijnen en taalnormen zoals meegedeeld in de Blackboardcursus van dit opleidingsonderdeel.

Evaluatie: gevolgen

Indien niet voldaan is aan de taalrichtlijnen en taalnormen, resulteert dit in minpunten, zoals weergegeven in het desbetreffende document in de Blackboardcursus van dit opleidingsonderdeel.

Onderwijsvormen

  • W- (Activerend) Hoorcollege

Volgtijdelijkheid

Op dit opleidingsonderdeel is er geen volgtijdelijkheid van toepassing.