De student kan de drie sectoren van de sportwereld beschrijven.

De student kan de omgeving waarin sportorganisaties handelen in kaart brengen.

De student kan de rol en de doelen van de twee sportmanagementomgevingen (overheid en non-profitsector) omschrijven.

De student kan uitleggen op welke verschillende manieren de overheid invloed kan uitoefenen op de ontwikkeling van sportinfrastructuren en -beoefening.

De student kan uitleggen op welke manier professionele sport de mondiale sportindustrie overheerst.

De student kan uitleggen op welke manier media, sponsors en professionele sport participeren in samenwerkingsverbanden tussen bedrijven hun producten en diensten te vermarkten en te verkopen.

De studenten kunnen de technieken van strategisch management beschrijven.

De student kan de verschillende organisatiestructuurmodellen begrijpen die kunnen worden gebruikt voor sportorganisaties.

De student kan het principe van leiderschap binnen een sportstructuur beschrijven.

De student kan de functie en de kenmerken van vrijwilligerswerk in kaart brengen.

Hoofdstuk 1: Inleiding: Wat is sportmanagement?

Hoofdstuk 2: De sportmanagementomgeving: overheid
                        De sportmanagementomgeving: non-profit

Hoofdstuk 3: Strategisch management

Hoofdstuk 4: Organisatiestructuren

Hoofdstuk 5: Leiderschap

Hoofdstuk 6: Vrijwilligers

Hoofdstuk 7: Sportmanagement in de toekomst

In geval van niet of laattijdig inleveren van de opdracht zonder geldige reden, ontvangt de student een 0 voor dit evaluatiedeel.

Indien de student niet of laattijdig inlevert met een geldige reden, zal de student een 2e kans krijgen om de opdracht alsnog in te leveren. De lector bepaalt in samenspraak met de student de nieuwe deadline voor het inleveren van de opdracht.